maxima-kroon.tif

Maak keuzes met visie en durf

Benno Tempel (1972)

Directeur van het Gemeentemuseum Den Haag

Koninklijke Hoogheid,

Van harte gefeliciteerd. Beiden zijn we geboren in de jaren zeventig, de tijd van disco en natuurlijk van de verloren wk-finale tegen Argentinië, de eerste voetbalwedstrijd waar ik herinneringen aan heb. Ooit hadden we de toekomst, maar ondertussen is het onze generatie die de komende jaren de samenleving vooruit gaat helpen en herijken. Dat lijkt misschien een zware klus in deze onzekere tijd. De globalisering jaagt velen angst aan en leidt tot populisme en protectionisme. Tegen die achtergrond is Nederland soms wel erg klein. Ons land wordt hard getroffen. Maar daarbij worden de lasten niet altijd gelijk verdeeld. In de kunstwereld worden extreme bezuinigingen doorgevoerd om de financiële klappen op te vangen. Zo groot dat het niet anders kan dan dat straks het culturele veld grotendeels veranderd is. Het wrange is dat de oudere generaties deze beslissingen nemen, terwijl onze generatie straks met de gevolgen ervan aan de slag gaat. En toch wil ik u een hoopvolle brief schrijven. De periode die aantreedt, waarin u straks als koningin mede vorm geeft aan ons land, kan een mooie toekomst worden. Maar dat vraagt om keuzes met visie en durf. Gelukkig hebben we een koningshuis in Nederland dat boven de partijen staat en dat richting kan geven en kan onderstrepen wat van belang is. Een onafhankelijke blik die niet wordt geregeerd door de waan van de dag.

Nederlandse politici hameren op het belang van innovatie, maar zien onze grootste kracht daarbij over het hoofd. We vergeten te kijken naar dat wat ons uniek maakt. Want als iets ons in Europa, en met name in Nederland, onderscheidt van de nieuwe opkomende economieën, de zogenaamde bric-landen (Brazilië, Rusland, India, China), dan is dat onze kunst.

Daarom wil ik een ervaring met u delen, die ik opdeed in een van die bric-landen, in China. Er werd me een beeld geschetst van Chinezen die harder werken dan Nederlanders, met een werkelijke urgentie om te vernieuwen. De wens om op het gebied van innovatie wereldleidend te zijn wordt daarmee voor Nederland steeds moeilijker te realiseren. ‘Maar,’ zeiden ze in China, ‘er is een ding dat Europa en Nederland op ons voor hebben, iets wat wij nooit zullen hebben.’ In Nederland zijn veel musea, vol met wereldschatten. In China zal het nooit meer lukken om zoveel Rembrandts, Van Goghs en Mondriaans bij elkaar te krijgen, hoeveel nieuwe musea ze er ook bouwen. En dat is geruststellend. U wordt straks koningin van een schildersland. En onze kunstschatten zullen hard nodig zijn om dit land een toekomst te geven. De recente tentoonstellingen over Mondriaan in Parijs en München breken bezoekersrecords. Op Schiphol zie je bijna geen toerist vertrekken zonder een Van Gogh-poster onder de arm. Het moge duidelijk zijn wat ons opvallendste exportproduct is: de kunst. Zelfs de grote Amerikaanse musea exporteren Nederlandse schilderkunst, zoals ‘hun’ Vermeer, die momenteel in Duitsland is te zien. De empathie van Rembrandt, de getormenteerde passie van Van Gogh en het perfecte ritme van Mondriaan bieden troost aan de wereld.

Europa zal meer en meer een diensteneconomie worden. Een plek in de wereld waar men naartoe reist vanwege zijn schoonheid, hoge levensstandaard en geschiedenis. Daarom is het nu zaak verstandig op te treden en kunstenaars en kunst respectvol te behandelen. Uw schoonmoeder voelt dat goed aan, zij spreekt, anders dan politici, onomwonden haar waardering uit voor kunst. Zij luistert naar kunstenaars en is daardoor een staatshoofd met ideeën en gezag. Want kunstenaars kunnen de blik verruimen – een eerste vereiste tot werkelijk innovatief zijn – en ons de toekomst met open vizier tegemoet doen treden.

Benno Tempel